Liste Noir:

 

Randoald Sabbe

Melissa Pinon

Laurent Suchy

Bart Daems

Valerie Decleer

Hans Defer

Wim Nival

Marcel van Maele

Larsen Bervoets

Spank Moons

Roeland Tweelinckx

Werner de Vos

 

 

    Filip Verreycke

Wilfried Pas

                             Camiel van Breedam

      Carolin Böckhoff

Jo Van Dijck

                  Wim Baes

 Frank M.J.A. Castelyns

Igor Verpoorten

                            Gudrun Somers

               Hans Defer

               Eline 't Sant

               Wim Maes

     Tom Barman

            Wivina Ockier

Céline Geeraert

 Eddy De Buf

               

           Kjetil Karlsen

Marouschka Vandeputte

Herman Mentens

 Mohammed Alani

           Griet Van Humbeeck

Marinda Vandenheede

Peter Troucheau

Veerle Stevens

                  Bruno Mertens

Diederik Boyen

Nina Acković

Kenan Hašimbegović

                Marc Janssens

    Rik Goethijn

Frie J. Jacobs

Giovanni Winne

               Anne De Ghelder

Jan Wittoeck

Gert Scheerlinck

GEo

          Katia Maeyaert

        Ina Hillewig

   Bart Schoofs

In een groepstentoonstelling: Bas van Wieringen, Karl Philips,  Annefloor Arsonne, Bruno Kristo, Tomas Beaujean, Idris Sevenans, Robby Blondbaard, Guy Rombouts, Willem De Haan, Tone Pauwels, Flexboj & L.A.,  deKLUP, Stijn ter Braak, D.D. Trans, 

Randoald Sabbe (B)  verkenner van taal, tijd en toeval

Voor Randoals Sabbe is niets wat het op het eerste gezicht lijkt te zijn, maar tegelijkertijd is het dat wel. Het werk is maar het werk en vormt slechts een tussenfase. Sabbe voelt de constante drang om ons geheugen op te frissen en ervoor te zorgen dat niets verloren gaat. In zijn werken komen telkens geschiedenis, politiek, religie, semantiek en de vergankelijkheid ervan naar voren.

Door gebruik te maken van bestaande symbolen, voorwerpen en taal onderzoekt Sabbe de ambiguïteit en gelaagdheid van betekenis. In zijn werk verweeft hij conceptuele scherpte met beeldende kunst. Een terugkerend thema in zijn oeuvre is de notie van vergankelijkheid en de ongrijpbare aard van identiteit. Met een scherp oog voor hoe betekenissen verschuiven en hoe contexten veranderen. 

Sabbe maakt gebruik van visuele en semantische contradicties, waardoor hij niet alleen de grenzen van de taal bevraagt, maar ook die van het beeld. Door zijn innovatieve gebruik van taal en beeld creëert Sabbe werken die zowel persoonlijk als universeel zijn, waarin hij de kijker dwingt om na te denken over zijn eigen rol in het ontcijferen van betekenis. Zijn kunst fungeert als een medium dat niet alleen onthult, maar ook verbergt, en juist in dat spel van zichtbaarheid en onzichtbaarheid ligt de kracht van zijn oeuvre. De voortdurende dialoog tussen het heden en het verleden, het conceptuele en het tastbare, maakt Sabbe tot een kunstenaar die altijd op zoek is naar nieuwe manieren om onze verhouding tot de werkelijkheid en de verhalen die we onszelf vertellen in vraag te stellen.

Randoald Sabbe laat zien dat kunst niet alleen een middel is om de wereld te voor te stellen, maar ook een manier om deze te herinterpreteren, te herscheppen en zelfs te manipuleren. Zijn werk verwoordt een esthetische zoektocht die tegelijk filosofisch, visueel uitdagend en emotioneel geladen is, waarbij hij de klassieke traditie van de beeldende kunst verbindt met hedendaagse vragen over identiteit, authenticiteit en herinnering.

Laurent Suchy (F)

Mon travail artistique s’inscrit dans une exploration constante du jeu, un terrain où s’entrelacent le ludique, le sensible et l’universalité. À travers mes créations, je cherche à capter et à retranscrire cette énergie spontanée et instinctive propre au jeu, un langage universel qui transcende les cultures, les âges et les frontières.
Le jeu, dans ma pratique, n’est pas une simple distraction : il est une manière de révéler la poésie du quotidien et d’inviter à une expérience immersive. Il devient un outil pour désamorcer les tensions, pour dialoguer avec les spectateurs et pour réinterroger les objets et espaces familiers. Par son caractère ouvert et participatif, il permet d’explorer une sensibilité partagée, une connexion intime avec les matériaux, les formes et les couleurs, tout en évoquant des souvenirs et des émotions ancrées dans l’enfance.
Chaque œuvre, qu’elle prenne la forme d’une sculpture, d’une installation ou d’un objet interactif, est pensée comme une invitation à jouer. Mais ce jeu ne se limite pas à l’acte physique : il engage l’esprit dans une réflexion plus large sur la liberté, la créativité et l’éphémère. Dans mes créations, l’acte ludique devient un acte poétique, une ouverture vers l’imaginaire, mais aussi une façon d’interroger les rapports humains, les liens sociaux et les dynamiques collectives.
En travaillant sur l’universel du jeu, je m’efforce de préserver une simplicité et une accessibilité qui rendent mes œuvres compréhensibles par tous. Je veux que chaque spectateur puisse se projeter, se souvenir ou simplement s’émerveiller face à la magie de l’instant, cet instant où l’on oublie tout pour être dans le moment présent, dans une expérience authentique et partagée.
C’est dans cette tension entre légèreté et profondeur que réside tout le sens de mon travail : celui de ré-enchanter le regard, d’éveiller la sensibilité et d’inviter, par le jeu, à une reconnexion avec soi-même et avec les autres.

 

Google translate:

Mijn artistieke werk maakt deel uit van een voortdurende verkenning van spel, een veld waar het speelse, het gevoelige en het universele met elkaar verweven zijn. Door middel van mijn creaties probeer ik deze spontane en instinctieve energie, die specifiek is voor spel, vast te leggen en te transcriberen, een universele taal die culturen, leeftijden en grenzen overstijgt.
In mijn praktijk is spel niet zomaar een afleiding: het is een manier om de poëzie van het dagelijks leven te onthullen en een meeslepende ervaring uit te nodigen. Het wordt een instrument om spanningen te ontladen, een dialoog aan te gaan met toeschouwers en vertrouwde objecten en ruimtes opnieuw te onderzoeken. Door het open en participatieve karakter ervan maakt het de verkenning van een gedeelde gevoeligheid mogelijk, een intieme verbinding met materialen, vormen en kleuren, terwijl het herinneringen en emoties oproept die geworteld zijn in de kindertijd.
Elk werk, of het nu een sculptuur, een installatie of een interactief object is, is opgevat als een uitnodiging tot spel. Maar dit spel beperkt zich niet tot de fysieke handeling: het betrekt de geest bij een bredere reflectie op vrijheid, creativiteit en het vergankelijke. In mijn creaties wordt de speelse handeling een poëtische handeling, een opening naar de verbeelding, maar ook een manier om menselijke relaties, sociale banden en collectieve dynamiek te bevragen.
Door te werken aan de universaliteit van spel, streef ik ernaar een eenvoud en toegankelijkheid te behouden die mijn werken voor iedereen begrijpelijk maken. Ik wil dat elke toeschouwer zich kan projecteren, zich kan herinneren of zich simpelweg kan verwonderen over de magie van het moment, dat moment waarop we alles vergeten om in het heden te zijn, in een authentieke en gedeelde ervaring.
Het is in deze spanning tussen lichtheid en diepte dat de betekenis van mijn werk ligt: de blik opnieuw betoveren, gevoeligheid wekken en, door middel van spel, uitnodigen tot een herverbinding met onszelf en met anderen.

 

 

Mélissa Pinon (F/VS), dialogue en peintures

  • Née en 1972
  • 1998 - Diplôme DNSAP, Ecole Nationale Supèrieure des Beaux Arts de Paris
    1993 - Diplôme DMA, 
    École ESTIENNE
  •  Nationalité : Française et Américaine - vit et travaille à Bruxelles, Paris et en Bourgogne
  •  Membre de la Casa de Velazquez - 1er Prix de Dessin de l’Académie des Beaux Arts
  •  Professeur de peinture aux Ateliers Beaux Arts de la Ville de Paris  

 

Valérie Labayle
Chargée des commandes et des résidences d’artistes
au Mac Val
Le propos de Mélissa Pinon est avant tout la peinture.
Dans son travail, figuration et abstraction se côtoient,
mais sans s’opposer pour autant. À l’origine de
son parcours, il y a le dessin, une formation à Paris
à l’école Estienne puis l’ENSBA (École nationale
supérieure des beaux-arts), la copie d’interprétation
des maîtres anciens, comme l’a montré le magnifique
film «Trait pour trait, de Chardin à Mélissa Pinon»
de Julien Devaux. Sa caméra a observé la formation
et le travail de l’artiste pendant dix ans, de 2001 à
2011. Un tel exercice sur un temps aussi long est
rare. La regarder travailler au quotidien permet de
comprendre le travail d’un artiste et ce qui constitue
la peinture: la palette et la touche, la surface et la
matière. La copie d’interprétation des maîtres du
passé et ses portraits figuratifs pourraient la ranger
parmi les peintres classiques. Pourtant, ses sujets
et sa manière de les traiter révèlent une acuité
d’observation de notre société contemporaine qui
l’en éloigne. Le Louvre, lieu de formation et de copie,
devient également, pour elle, un point d’observation.
Elle porte son attention sur les visiteurs du musée,
ceux qui photographient les tableaux, ceux qui
se mettent en scène près des œuvres en faisant
des selfies.
La photographie numérique est un medium devenu
accessible à tous, aux visiteurs comme à l’artiste qui
constitue un corpus de portraits dans l’espace public.
Puis, elle peint à partir de ces photos volées qui nous
parlent de sa relation à l’autre, pleine d’empathie. Elle
capte la solitude d’inconnus repérés dans la ville, la
diversité des codes vestimentaires, portant toujours
un regard empreint de sollicitude sur notre société.
Jaune en tête nous montre un jeune homme en
survêtement gris à capuche colorée, sac à dos posé
sur les genoux. L’artiste saisit un moment où il lit le
journal pendant son trajet en métro, à l’encontre
des lieux communs et préjugés liés à sa tenue.La
foule des grandes villes donne à voir une multiplicité
de vêtements, des plus courts (Désirée) aux plus
couvrants (La Chapelle). Mélissa dépeint la sensualité
des corps, celle de Désirée aux jambes nues, mais
aussi celle qui émane d’Embarazada, jeune femme
enceinte
ramenant son voile sur sa bouche, tout enlaissant
apparaître un fragment de peau et la bretelle fuchsia
de son soutien‑gorge. Tout est dans le détail à qui
se donne la peine d’observer, semble nous rappeler
l’artiste, s’inscrivant dans une «histoire rapprochée
de la peinture» telle que la définissait Daniel Arasse1.
Nous retrouvons chez Mélissa les problématiques
qui traversent cette histoire de la peinture: carnation
des peaux, focus sur des personnages parmi la foule,
flou de l’arrière-plan, reflets sur la vitre.
En peinture comme en photographie, ces arrêts sur
image extraits de leur contexte, nous rappellent
«qu’il y a une image qui manque à l’image».
L’ouvrage de Pascal Quignard Sur l’image qui
manque à nos jours2 est une référence majeure dans
la réflexion que Mélissa mène sur la peinture.
Ces images prélevées dans l’espace public nous
renvoient à l’expérience quotidienne des tranports
en commun où se remarque particulièrement la
diversité de notre société. Le corps des femmes
focalise souvent l’attention, la récurrence des débats
sur leurs vêtements en témoigne.
Mine de rien et sa déclinaison en bleu rose, gris
rose et bleu jaune évoquent le féminin, l’intime.
L’isolement et la sérialité colorée de cet élément
– inspiré d’un citron – font allusion à la fragilité,
la vulnérabilité féminine, le désir physique et les
violences subies. Pourtant les variations et les
oppositions de couleurs renforcent ou, au contraire,
affaiblissent la lisibilité du sujet: le rose et le rouge
accentuent la charge très suggestive du motif
alors que le bleu donne un caractère métallique,
plus étrange et plus difficile à identifier. L’analogie
sexuelle se retrouve dans les objets posés au sol:
Ors dedans montre le positif et négatif d’un citron,
l’un en bronze, l’autre en silicone. La vivacité du
jaune renvoie aux vibrations colorées de Jaune en
tête ou de Jaune citron et donne à voir la sculpture
d’une peintre.
Les dernières peintures abstraites de Mélissa,
réalisées pendant l’été 2016, ne rompent pas avec
son travail figuratif, mais explorent à nouveau la du

portrait de La Chapelle et de la toile abstraite
à 4 éclaire les recherches de l’artiste: dans les
deux cas, la peinture est constituée de couleurs et
de formes sur une toile. Le point de départ est le
même, la construction d’une structure qui va relier
des formes et des couleurs au format de la toile.
Le travail de l’artiste fait écho à la célèbre définition
de Maurice Denis «Se rappeler qu’un tableau, avant
d’être un cheval de bataille, une femme nue ou
une quelconque anecdote, est essentiellement une
surface plane recouverte de couleurs en un certain
ordre assemblées. »3 Boucle et contre-rocking met
en lumière la passi


1. Daniel Arasse, Le détail, pour une
histoire rapprochée de la peinture, Paris,
Flammarion, 1992
2. Pascal Quignard, Sur l’image qui
manque à nos jours, Arlea, 2014
3. Maurice Denis in Art et critique, 1890

 

Google Translate:

 

Valérie Labayle
Commissie- en Artist Residencies Manager
bij Mac Val
Mélissa Pinons eerste focus ligt op schilderen.
In haar werk bestaan figuratie en abstractie naast elkaar, maar zonder elkaar tegen te spreken. Haar carrière begint met tekenen, een opleiding in Parijs aan de École Estienne en vervolgens de ENSBA (École nationale supérieure des beaux-arts), en het interpreteren van kopieën van oude meesters, zoals te zien is in de magnifieke film "Trait pour trait, de Chardin à Mélissa Pinon" van Julien Devaux. Haar camera observeerde de opleiding en het werk van de kunstenaar gedurende tien jaar, van 2001 tot 2011. Zo'n oefening over zo'n lange periode is zeldzaam. Door haar werk dagelijks te observeren, kunnen we het werk van een kunstenaar begrijpen en wat schilderen inhoudt: het palet en de penseelstreek, het oppervlak en het materiaal. Haar interpretatieve kopieën van oude meesters en haar figuratieve portretten zouden haar kunnen scharen onder de klassieke schilders. Haar onderwerpen en haar benadering ervan verraden echter een scherpe observatie van onze hedendaagse maatschappij die haar ervan distantieert. Het Louvre, een plek van opleiding en kopiëren, wordt ook een observatiepunt voor haar. Ze richt haar aandacht op museumbezoekers, degenen die de schilderijen fotograferen, degenen die bij de werken poseren door selfies te nemen. Digitale fotografie is een medium dat voor iedereen toegankelijk is geworden, zowel voor bezoekers als voor de kunstenaar die een reeks portretten maakt in de openbare ruimte. Vervolgens schildert ze naar aanleiding van deze gestolen foto's die spreken over haar empathische relatie met anderen. Ze legt de eenzaamheid vast van vreemden die ze in de stad ziet, de diversiteit aan dresscodes, en werpt altijd een aandachtige blik op onze maatschappij. Yellow in the Head toont ons een jongeman in een grijs trainingspak met een kleurrijke capuchon, een rugzak rustend op zijn knieën. De kunstenaar legt een moment vast waarop hij tijdens zijn metroreis de krant leest, en gaat daarmee in tegen de gemeenplaatsen en vooroordelen die met zijn kleding gepaard gaan. De menigten in grote steden onthullen een veelheid aan kledingstukken, van de kortste (Désirée) tot de meest onthullende (La Chapelle). Mélissa verbeeldt de sensualiteit van lichamen, die van Désirée met blote benen, maar ook die van Embarazada, een jonge zwangere vrouw die haar sluier over haar mond trekt en een stukje huid en het fuchsia bandje van haar bh onthult. Alles zit in de details voor wie de moeite neemt om te kijken, lijkt de kunstenaar ons eraan te herinneren, die zich aansluit bij een "nauwe geschiedenis van de schilderkunst" zoals gedefinieerd door Daniel Arasse. In Mélissa's werk vinden we dezelfde thema's terug die door deze geschiedenis van de schilderkunst heen lopen: de teint van de huid, de focus op figuren in een menigte, de vervaging van de achtergrond, reflecties op het raam. In de schilderkunst, net als in de fotografie, herinneren deze stilstaande beelden, losgemaakt van hun context, ons eraan dat "er een beeld ontbreekt in het beeld". Pascal Quignards boek, On the Image Missing Today, is een belangrijke referentie in Mélissa's reflecties op de schilderkunst. Deze afbeeldingen, afkomstig uit de openbare ruimte, voeren ons terug naar de dagelijkse ervaring van het openbaar vervoer, waar de diversiteit van onze samenleving bijzonder opvallend is. Vrouwenlichamen trekken vaak de aandacht, zoals blijkt uit de terugkerende discussies over hun kleding. "Minde rien", met zijn variaties in roze-blauw, roze-grijs en geel-blauw, roept het vrouwelijke en het intieme op. De isolatie en kleurrijke serialiteit van dit element
– geïnspireerd door een citroen – verwijzen naar fragiliteit, vrouwelijke kwetsbaarheid, fysiek verlangen en het geleden geweld. Toch versterken of verzwakken de kleurvariaties en -contrasten de leesbaarheid van het onderwerp: roze en rood accentueren de zeer suggestieve aard van het motief, terwijl blauw een metaalachtig karakter verleent, vreemder en moeilijker te identificeren. De seksuele analogie is terug te vinden in de objecten die op de vloer liggen: Ors dedans toont het positieve en negatieve van een citroen, de ene in brons, de andere in siliconen. De levendigheid van het geel echoot de kleurvibraties van Yellow Head of Lemon Yellow en onthult de sculptuur van een schilder. Mélissa's nieuwste abstracte schilderijen, gemaakt in de zomer van 2016, breken niet met haar figuratieve werk, maar verkennen juist de kruising van het portret van La Chapelle en het abstracte doek. Het vierdelige werk belicht het onderzoek van de kunstenaar: in beide gevallen bestaat het schilderij uit kleuren en vormen op een doek. Het uitgangspunt is hetzelfde: de constructie van een structuur die vormen en kleuren verbindt met het doekformaat. Het werk van de kunstenaar weerspiegelt de beroemde definitie van Maurice Denis: ...